Hof Den Haag oordeelt dat de rechtbank de zaak had moeten terugwijzen naar de inspecteur. X had hier namelijk om verzocht en hij was door de rechtbank in het ongelijk gesteld.

X doet IB-aangifte en wijkt af van de vooringevulde aangifte door zijn – door de gemeente gebruteerde – BBZ-uitkering niet aan te geven. Hoewel de inspecteur de uitkering inderdaad niet tot het belastbare inkomen heeft gerekend, stelt X dat de loonheffing toch verrekenbaar is. Volgens Rechtbank Den Haag is de over de onbelaste uitkering ingehouden loonheffing niet verrekenbaar met de verschuldigde IB. Het beroep is alleen gegrond, omdat de inspecteur de hoorplicht heeft geschonden. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de rechtbank de zaak had moeten terugwijzen naar de inspecteur. X had hier namelijk om verzocht en hij was door de rechtbank in het ongelijk gesteld. De enkele omstandigheid dat X zijn bezwaren in beroep schriftelijk heeft kunnen uiteenzetten en mondeling heeft kunnen toelichten, is onvoldoende om aan zijn uitdrukkelijke verzoek voorbij te gaan. Thans stelt X terugwijzing niet meer op prijs, zodat de zaak wordt afgedaan. De uitspraak van de rechtbank wordt voor het overige bevestigd.

Lees ook de thema's Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming en Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30hb

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fc

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Wet inkomstenbelasting 2001 9.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 7 december

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen