Hof Amsterdam constateert dat X niet is gehoord tijdens de bezwaarprocedure. Om dit te herstellen is een tussenuitspraak gedaan (V-N Vandaag 2024/1108). In de einduitspraak oordeelt het hof dat de WOZ-waarde van de woning met opstalrecht en bodemvervuiling correct is vastgesteld.

X maakt bezwaar tegen de WOZ-waarde 2020. Hij heeft een dijkwoning die ligt in de kernzone. Op het perceel ligt nog een tank in de grond van een voormalige petroleumhandel. De geschatte saneringskosten voor de bodemvervuiling bedragen € 57.033. De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde van de woning voor het jaar 2020 vastgesteld op € 157.000. X betwist deze waarde en stelt dat de bodemvervuiling de WOZ-waarde beïnvloedt. X is in de bezwaarfase niet gehoord. Ook is in de bezwaarfase geen inzage verleend. Om dit gebrek te herstellen heeft het hof een tussenuitspraak gedaan, zodat X alsnog kan worden gehoord en inzage kan krijgen in de stukken van de gemeente.

Hof Amsterdam oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. De bodemvervuiling beïnvloedt de WOZ-waarde niet, omdat deze zich bevindt in een gedeelte van het perceel dat niet als woning dient en daarom buiten aanmerking blijft bij het bepalen van de WOZ-waarde. Het hof heeft grote twijfel over het door X overgelegde taxatieverslag en houdt het ervoor dat de gemachtigde van X dit zelf, als niet-deskundige, heeft vervaardigd. Het hoger beroep is ongegrond. Het hof veroordeelt de heffingsambtenaar wel in de proceskosten.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:51a

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 9 september

Informatiesoort: VN Vandaag

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen