Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat versnelde invordering gerechtvaardigd is als gegronde vrees voor verduistering bestaat. De inbreuk op het verdedigingsbeginsel is in casu gerechtvaardigd.

X bv handelt in personenauto's uit het duurdere segment. Volgens de inspecteur neemt X bv deel aan (klassieke) btw-carrouselfraude. De transacties hebben betrekking op een Mercedes Benz S350, een Mercedes Benz GLE 450, een BMW 435 Cabrio en een Porsche Cayenne Turbo. In geschil zijn diverse naheffingsaanslagen, teruggaafbeschikkingen en vergrijpboetes. X bv stelt dat het verdedigingsbeginsel is geschonden omdat zij vooraf niet is gehoord. Een deel van de aanslagen was direct invorderbaar en is gevolgd door een executoriale verkoop. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is de aftrek van voorbelasting ten aanzien van de Porsche ten onrechte geweigerd. De inspecteur stelt vergeefs dat de Porsche is gekocht van een bv, waarvan de aandeelhouder bekend staat als btw-fraudeur. De inspecteur maakt daarmee niet aannemelijk dat X bv wist of had moeten weten dat door de bv fraude werd gepleegd. Voor de Porsche is wel terecht toepassing van het nultarief geweigerd. Met de enkele overlegging van een verkoopfactuur wordt niet aannemelijk gemaakt dat de auto is vervoerd naar een andere EU-lidstaat. X bv gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat versnelde invordering gerechtvaardigd is als gegronde vrees voor verduistering bestaat. De daarmee gemoeide inbreuk op het verdedigingsbeginsel is gerechtvaardigd, mede omdat de enig aandeelhouder van X bv, de heer A, door de strafrechter is veroordeeld voor witwassen en valsheid in geschrifte. De 25% en 50% boetes zijn ook terecht, ondanks dat door de inspecteur geen cautie aan X bv is gegeven. De boetes zijn namelijk niet gegrond op verklaringen van (de bestuurder van) X bv. X bv heeft wel recht op vergoeding van haar (bezwaar)proceskosten. Haar enig aandeelhouder, de heer A, en zijn zoon staan namelijk bekend als belastingadviseurs die regelmatig derden beroepsmatig bijstaan. Er is geen sprake van een belastingplichtige die feitelijk optreedt in zijn eigen zaak, ook al geschiedt het optreden namens een rechtspersoon.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting, Invordering

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 4 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen