Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat schietbomen en schietmasten onroerende zaken zijn , die niet onder de werktuigenvrijstelling vallen. 

X is eigenaar van een oefenterrein met daarop een clubhuis en acht op het terrein geplaatste schietbomen/masten. Deze zijn voorzien van zogenaamde kogelvangers. In geschil is de WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2010. Rechtbank Roermond  verklaart het beroep ongegrond. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de gehele installatie, dus de masten inclusief de kogelvangers, onroerend is. Het hof verwerpt de stelling van X dat de gehele installatie een werktuig is, waarop de werktuigenvrijstelling van toepassing is. Het proces van schieten is uitsluitend gericht op het met precisie raken van schietbolletjes teneinde te winnen. Het is niet gericht op het opvangen van kogels en van geluiden. De installatie vormt daarom geen hulpmiddel bij het bewerken en vervaardigen van iets. Het hof verwerpt ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel ten opzichte van de handelwijze van andere gemeenten. Het gelijkheidsbeginsel kan alleen worden getoetst voor zaken die zich binnen dezelfde gemeente, onder dezelfde heffingsambtenaar voordoen.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 9 oktober

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen