A-G IJzerman is van mening dat de ontvanger tijdens de faillissementen niet van zich heeft laten horen en rechtsmiddelen om op te komen tegen de (voorgenomen) schikking ongebruikt voorbij heeft laten gaan. In de onderhavige procedure kan daarover volgens de A-G dus niet meer worden geklaagd.

X is de enige bestuurder van twee bv's die failliet zijn verklaard. In het faillissementsverslag van de curator is opgenomen dat X als schikking € 31.000 aan de boedel betaalt tegen finale kwijting, maar zonder erkenning van zijn aansprakelijkheid. De ontvanger stelt X na het einde van de faillissementen alsnog aansprakelijk voor € 66.898 in verband met onbetaald gebleven naheffingsaanslagen. Volgens X kan de ontvanger hem niet meer aansprakelijk stellen, omdat de curator dit al heeft gedaan. Hof 's-Hertogenbosch bevestigt dit standpunt. Gelet op de duidelijke tekst van art. 36.1 Leidraad invordering heeft de ontvanger, die van de faillissementen op de hoogte is gebracht en ook de in geding zijnde naheffingsaanslagen als vorderingen heeft ingebracht, niet nog het recht X ook zelf nog aansprakelijk te stellen voor het onbehoorlijke bestuurshandelen. De Staatssecretaris van Financiën stelt in cassatie dat ongeoorloofde samenloop zich pas voor zou kunnen doen als de curator daadwerkelijk een civiele procedure heeft opgestart.

Advocaat-Generaal IJzerman is van mening dat de ontvanger tijdens de faillissementen niet van zich heeft laten horen en rechtsmiddelen om op te komen tegen de (voorgenomen) schikking ongebruikt voorbij heeft laten gaan. In de onderhavige procedure kan daarover volgens de A-G dus niet meer worden geklaagd. Of de ontvanger moet terugtreden, is volgens de A-G afhankelijk van de omstandigheden. Gelijktijdige of volgtijdige samenloop van de procedures zou dus wel zeker mogelijk zijn. De verplichting van een (gewezen) bestuurder tot vergoeding aan de boedel ontstaat van rechtswege. Tussenkomst van de civiele rechter is daartoe niet vereist. Of sprake is van ongeoorloofde samenloop moet volgens de A-G materieel worden beoordeeld. De conclusie strekt tot ongegrondverklaring van het beroep van de Staatssecretaris.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Leidraad Invordering 2008 36.1

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 22 juni

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen