Belanghebbende, X bv, exploiteert een offset drukkerij. I bv, de grootmoeder van X bv, verhuurt machines en overige zaken aan X bv. X bv blijft echter achter met het betalen van de huur, zodat X bv ultimo 2008 een schuld van € 912.000 aan I bv heeft. Tevens heeft X bv ultimo 2008 een schuld van € 133.000 aan het in 2005 geliquideerde L GmbH. De inspecteur is van mening dat beide schulden in 2008 ten gunste van de winst moeten vrijvallen.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv de schuld aan I bv niet hoeft te laten vrijvallen. De rechtbank overweegt daarbij dat I bv de schuld formeel niet heeft prijsgegeven. Verder acht de rechtbank van belang dat de huur niet is betaald in verband met de slechte financiële situatie van X bv, maar dat dit niet betekent dat de schuld niet meer hoeft te worden voldaan. Ook hecht de rechtbank belang aan de verklaring van X bv dat de schuld volwaardig is en dat zij deze hoe dan ook zal moeten betalen. De schuld aan L GmbH moet volgens de rechtbank inderdaad vrijvallen, omdat de inspecteur aannemelijk maakt dat X bv deze schuld niet meer hoeft te voldoen, nu L GmbH is geliquideerd en geen invorderingsmaatregelen zijn genomen.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 3 januari