Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat omkering en verzwaring van de bewijslast van toepassing is omdat X, ondanks herhaaldelijk hiertoe te zijn verzocht, niet tijdig aangifte IB/PVV 2019 heeft gedaan. Daarnaast heeft X niet overtuigend aangetoond dat het door de inspecteur geschatte netto-inkomen onjuist is.
X, een sekswerker, dient, ondanks herhaaldelijk hiertoe te zijn verzocht, geen IB/PVV 2019 in. De inspecteur legt daarom een ambtshalve aanslag IB/PVV 2019 inclusief boete- en rentebeschikkingen op. X dient later heeft alsnog aangifte in en maakt bezwaar tegen aanslag en de boete- en rentebeschikkingen. Bij uitspraak op bezwaar heeft de inspecteur de aanslag en de beschikkingen gehandhaafd. X stelt dat zij niet wist dat zij aangifte moest doen omdat de uitnodiging, herinnering en aanmaning naar een verkeerd toezendadres waren gestuurd. In geschil is of i) de omkering en verzwaring van de bewijslast van toepassing is, ii) het geschatte inkomen door de inspecteur juist is vastgesteld en iii) de boete- en rentebeschikkingen terecht zijn opgelegd en in rekening zijn gebracht.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat omkering en verzwaring van de bewijslast van toepassing is omdat X, ondanks herhaaldelijk hiertoe toe te zijn verzocht, niet tijdig aangifte IB/PVV 2019 heeft gedaan. De rechtbank acht het aannemelijk dat X haar boekhouder heeft gemachtigd om haar fiscale zaken te regelen en dat die machtiging zich mede ertoe uitstrekte aan de Belastingdienst een verplicht verzendadres op te geven, te weten zijn eigen vestigingsadres, zodat de inspecteur terecht de uitnodiging, de herinnering en de aanmaning naar dat adres heeft verzonden. X is daarom, met de toezending van de uitnodiging tot het doen van aangifte naar het vestigingsadres van haar gemachtigde, op een behoorlijke wijze uitgenodigd tot het doen van aangifte. Daarmee was zij ook gehouden binnen de daartoe gestelde termijn aangifte te doen. Daarnaast heeft X niet overtuigend aangetoond dat het door de inspecteur geschatte netto-inkomen onjuist is. De aanslag IB/PVV 2019 is daarom niet te hoog vastgesteld. Ook het beroep van X op het zorgvuldigheids- en het motiveringsbeginsel slaagt niet. De boete- en rentebeschikkingen zijn ook terecht opgelegd en in rekening gebracht. X' beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:12
Algemene wet bestuursrecht 3:2
Algemene wet inzake rijksbelastingen 11
Algemene wet inzake rijksbelastingen 9
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 25
Algemene wet inzake rijksbelastingen 8
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 24 juli
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting