Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de heer X in beginsel in de bezwaarfase gehoord had moeten worden over de relevante feiten ten aanzien van de geclaimde bezwaarkosten. Aangezien echter uit de stukken blijkt dat X zelf een fout had gemaakt, hoefde hij daarover niet gehoord te worden. Inzage in de stukken kon daarom ook achterwege blijven. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Hof Amsterdam oordeelt anders dan de rechtbank dat de kennisgeving van de inspecteur van 12 juni 2015 niet een uitspraak op bezwaar is. Het hof merkt het geschrift van 4 september 2015 “Uitspraak op Bezwaarschrift Omzetbelasting Vermindering” aan als de uitspraak op bezwaar. X is niet tijdig daartegen in beroep gekomen, zodat de rechtbank het beroep van X zij het op onjuiste gronden wel terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Rechtbank Den Haag verwerpt alle grieven van X tegen de aanslag forensenbelasting. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de verliezen terecht aan Y bv heeft meegegeven. Het verzoek is namelijk ondertekend en ingediend door de bestuurder van de moedermaatschappij, zodat er van mag worden uitgegaan dat het mede door de dochtermaatschappij is ingediend.

Nederlandse huizenkopers hebben in de eerste helft van dit jaar meer hypotheken afgesloten voor een gemiddeld hoger bedrag. Dat meldt het Kadaster op basis van een vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Als gevolg daarvan is het totaal aan hypotheekbedragen in ons land gestegen met ruim een vijfde tot 59,4 miljard euro.

Fiscale partners mogen bij navordering van te veel verleend rechtsherstel box 3, vanwege de correctie van de onjuiste opgave van beleggingen als spaargeld, geen nieuwe toedeling van de gezamenlijke grondslag uit sparen en beleggen kiezen wanneer de aanslagen van beide partners reeds onherroepelijk vaststaan. Dat stelt de Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst.

Het kabinet voert een derde belastingschijf in, waardoor voor het eerste deel van het inkomen een lager belastingpercentage gaat gelden. Dat bevestigt een ingewijde na berichtgeving door De Telegraaf en het AD. Tot welk inkomen de schijf precies loopt, en welk belastingpercentage ervoor geldt, is nog niet bekend.

De overgang onder algemene titel van het vermogen van de verdwijnende naar de verkrijgende rechtspersoon als gevolg van een fusie is geen opbrengst in de zin van art. 3.4a Wet BB 2021. Dat stelt de Kennisgroep dividendbelasting en bronbelasting.

Het kabinet zet de aanpak van belastingontwijking en -ontduiking voort. In navolging van internationale afspraken over het belasten van multinationale ondernemingen is Nederland voorstander van het verkennen of in internationaal en EU-verband afspraken gemaakt kunnen worden over het belasten van zeer vermogende personen. Dit antwoordt staatssecretaris Idsinga van Financiën op vragen over eerdere antwoorden op Kamervragen over belastingconstructies. De beantwoording van deze vragen hebben wij opgenomen in V-N 2024/27.12, V-N 2024/9.8 en V-N Vandaag 2024/1111.

Zowel opdrachtgevers als zelfstandigen zitten nog met veel vragen over de manier waarop de Belastingdienst straks gaat controleren of een zelfstandige niet eigenlijk werk doet waar een dienstverband bij hoort. Tegenover de Tweede Kamer uiten zij hun zorgen over 1 januari 2025, als er weer gehandhaafd gaat worden op zogeheten schijnzelfstandigheid.

Vermogen uit aanmerkelijk belang is belangrijker geworden om een positie aan de top te bereiken en vast te houden in de rangschikking van de topvermogens in Nederland tussen 2006 en 2022. Dit blijkt uit een publicatie van het CPB. Zo bestaat de rijkste 1% van alle Nederlanders voor een groot deel uit mensen die een aanmerkelijk belang in een bedrijf hebben als directeur-grootaandeelhouder.

Sinds 2001 is de hypotheekrenteaftrek beperkt: maximaal dertig jaar hypotheekrenteaftrek in box 1. Voor deze beperking is indertijd gekozen omdat dertig jaar renteaftrek als ‘maatschappelijk aanvaarde norm’ werd gezien. Annuïteiten- en lineaire hypotheken werden (worden) in doorgaans dertig jaar afgelost.