Belanghebbende, Stichting X, is een woonstichting met ruim 9.000 sociale huurwoningen. De huurders kunnen deelnemen aan een servicefonds voor klein onderhoud. Voor € 3,30 (inclusief btw) per maand neemt X de verplichting op zich om onderhoud en reparaties uit te voeren, die civielrechtelijk voor rekening van de huurder zijn. In geschil is of vanaf 1 maart 2013 op de arbeidscomponent daarvan het lage btw-tarief van 6% van toepassing is. Tussen partijen is niet in geschil dat de diensten die X in het kader van het servicefonds verricht niet opgaan in de vrijgestelde verhuur van de woningen. De servicediensten moeten dus afzonderlijk in aanmerking worden genomen.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de diensten die X in het kader van het servicefonds verricht aan woningen ouder dan twee jaar - met uitzondering van de materiaalcomponent - zijn belast naar het lage tarief (Tabel I, post b.21). Weliswaar valt het verwijderen van wespennesten niet onder het lage tarief, maar dat deel is verwaarloosbaar klein. De werkzaamheden voor de bijdragen die X in maart 2013 heeft ontvangen, worden geacht te zijn verricht in 2013 en in ieder geval vóór 1 juli 2015, zijnde de datum waarop het onderhavige lage tarief is vervallen. De inspecteur stelt vergeefs dat het tarief moet worden bepaald op het moment dat de onderhoudsdienst is afgerond, conform onderdeel 6 van het Besluit van 28 februari 2013, nr. BLK/2013/305M en de antwoorden op de vragen 2, 10, en 15 (zie V-N 2013/19.23). Het maakt niet uit dat niet vaststaat of en in welke mate een huurder een beroep zal doen op het servicefonds (zie r.o. 37 HvJ EU 27 maart 2014, nr. C-151/13, V-N 2014/17.16). Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 19 oktober