Hof Amsterdam vermindert de WOZ-waarde van een in slechte staat van onderhoud verkerende woning.

X gaat in hoger beroep tegen de bij beschikking vastgestelde WOZ-waarde voor het jaar 2011 van zijn omstreeks 1890 gebouwde tussenwoning. De heffingsambtenaar heeft de waarde daarin vastgesteld op  € 187.000. Volgens X is bij de waardebepaling te weinig rekening gehouden met de nog originele staat van de woning en de slechte staat van onderhoud. X stelt dat de WOZ-waarde op € 158.000 moet worden vastgesteld.

Volgens Hof Amsterdam heeft de heffingsambtenaar niet aannemelijk gemaakt dat de waarde van de woning, en de daarop gebaseerde aanslag, niet te hoog zijn vastgesteld. Het verschil tussen de staat van onderhoud van de woning en die van de vergelijkingsobjecten is zodanig dat in dit opzicht ernstig moet worden getwijfeld aan de representativiteit van die vergelijkingsobjecten. De heffingsambtenaar heeft niet voldoende (geobjectiveerd) aannemelijk gemaakt waarom bij de waardering van de woning met de staat van onderhoud en uitrusting rekening is gehouden in de mate waarin daarmee volgens het taxatierapport van de gemeente rekening is gehouden. X maakt de door hem bepleite waarde ook niet aannemelijk. Het hof stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 175.000. Het hoger beroep is gegrond.

 

Lees ook het thema over de WOZ.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 19 augustus

139

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen