Rechtbank Gelderland oordeelt dat er weliswaar sprake is van een uitdeling, maar dat de inspecteur het voordeel in het verkeerde jaar heeft belast. De uitdeling vond namelijk plaats op het moment van de sloop en nieuwbouw, en niet in het jaar van verkoop van de woning.

Belanghebbende, X, zijn zus en vader houden middellijk de aandelen in B bv. B bv houdt de aandelen in E bv, dat een groothandel in fruit exploiteert. In 2005 koopt B bv de naast het fruitbedrijf gelegen woning voor € 617.500. De woning wordt vervolgens gesloopt, waarna een woning voor X en zijn gezin wordt gerealiseerd. B bv activeert de aankoopsom en de kosten van de sloop en de realisatie van de woning (€ 681.703). Met X wordt een huur van € 41.750 overeengekomen. Dit bedrag wordt in 2008 in rekening courant verrekend, maar in 2009 wordt dit bedrag verrekend noch voldaan. Na het overlijden van vader in 2008 besluiten X en zijn zus in 2009 dat X uittreedt, en dat B bv de woning voor € 835.000 aan X verkoopt. Deze waarde is door een taxateur vastgesteld. De inspecteur legt een IB-navorderingsaanslag 2009 op aan X. Volgens hem is er namelijk sprake van een uitdeling van € 472.712.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat er sprake is van een uitdeling. Volgens de rechtbank is de bevoordeling echter niet gelegen in de verkoopprijs, maar in de omstandigheid dat B bv ten gerieve van X bereid is geweest om de sloopkosten en nieuwbouwkosten voor haar rekening te nemen. De rechtbank vermindert de navorderingsaanslag uiteindelijk nog wel, omdat er in 2009 geen sprake is geweest van een uitdeling. Volgens de rechtbank heeft de uitdeling namelijk in de eerdere jaren plaatsgevonden, op het moment van de sloop en nieuwbouw.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 4.43

Wet inkomstenbelasting 2001 4.12

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 18 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen