A-G Wattel is van mening dat bij een gedwongen innovatieboxverlating en feitelijk ongewijzigde royaltystromen een redelijke toepassing van de Bvdb-bepalingen meebrengt dat X bv de verrekeningsruimte die de 25% Nederlandse heffing ná boxverlating biedt, kan gebruiken voor verrekening van de vóór gedwongen boxverlating opgebouwde excess foreign tax credit op diezelfde (voorheen innovatiebox)royaltystromen.

X BV maakt gebruik van het innovatieboxregime en ontvangt royalty’s uit verschillende landen, waarop door die landen bronbelasting is ingehouden. Deze bronbelasting is verrekenbaar met de in Nederland verschuldigde VPB. Voor 2017 en 2018 zijn de bronbelastingen echter te hoog, zodat voor die jaren voortwentelingsbeschikkingen zijn vastgesteld. In geschil is of daarbij terecht onderscheid wordt gemaakt tussen de (laagbelaste) innovatiebox bronbelastingen en de (hoogbelaste) reguliere bronbelastingen. Volgens X BV is dit nadelig voor haar, omdat zij inmiddels geen gebruik meer maakt van de innovatiebox. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de omstandigheid dat X BV de innovatiebox bronbelasting niet meer kan verrekenen niet onredelijk of onvoorzienbaar is, maar de uitwerking is van het geoorloofde onderscheid in verschillende bronbelastingen. Voor de innovatieboxroyalty’s is bewust een apart regime geïntroduceerd. X BV gaat in sprongcassatie.

Advocaat-Generaal Wattel is van mening dat bij een gedwongen innovatieboxverlating en feitelijk ongewijzigde royaltystromen een redelijke toepassing van de Bvdb-bepalingen meebrengt dat X BV de verrekeningsruimte die de 25% Nederlandse heffing ná boxverlating biedt, kan gebruiken voor verrekening van de vóór gedwongen boxverlating opgebouwde excess foreign tax credit op diezelfde (voorheen innovatiebox)royaltystromen. Valt een belastingplichtige niet door een wetswijziging, maar door een eigen keuze uit de innovatiebox, dan ziet de A-G geen aanleiding voor dergelijk overgangsrecht. De conclusie leidt niet tot wijziging van de bestreden voortwentelingsbeschikkingen. De effecten van deze conclusie doen zich namelijk pas voor in de latere jaren waarnaartoe de onverrekende innovatiebronbelasting is voortgewenteld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 44

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 37

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 36a

Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 36

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 12b

Instantie: Hoge Raad (Parket)

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Internationaal belastingrecht

Editie: 26 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

Focus: Focus

26

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen