Aan X bv is voor het jaar 2014 een aanslag Vpb opgelegd. Bij afzonderlijke beschikkingen zijn daarbij een verzuimboete en belastingrente opgelegd. Volgens X bv is de belastingrentebeschikking op onrechtmatige wijze tot stand gekomen. Dit omdat de inspecteur pas tijdens de procedure in eerste aanleg informatie over de opbouw van het rentebedrag heeft verschaft. X bv stelt tevens dat zij hierdoor in haar verdediging is geschaad en komt uiteindelijk in hoger beroep.
Volgens Hof Den Haag bestaat er geen rechtsregel die de inspecteur verplicht om bij de initiële belastingrentebeschikking - die gelijktijdig met de aanslag wordt gegeven - een specificatie van het in rekening gebrachte rentebedrag te geven. De hoogte van de verschuldigde belastingrente vloeit immers voort uit de wet. Aangezien tegen die beschikking rechtsmiddelen openstaan, die X bv ook (heeft) benut, kan niet gezegd worden dat X bv in haar verdediging is geschaad. Het hoger beroep is op dit punt ongegrond. Verder beslist het hof dat tegen het besluit tot verrekening van een betaling aan de belastingrente en de belastingaanslag geen beroep bij de bestuursrechter openstaat. De rechtbank heeft zich, op dit punt dus terecht onbevoegd verklaard. Een vordering betreffende de toerekening van deze betalingen kan uitsluitend bij de burgerlijke rechter ingesteld worden.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:5
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30hb
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30fc
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Invordering
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 4 juni