Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de specifieke zorgkosten voor kleding- en beddengoed gemaakt ten behoeve van de partner niet aftrekbaar zijn, omdat de partner in het buitenland woont en geen kwalificerend buitenlands belastingplichtige is.
Belanghebbenden is gehuwd en heeft een zoon die is geboren in 2015. Zowel de echtgenote als de zoon wonen in het buitenland. In zijn aangifte IB/PVV 2016 neemt belanghebbende een aantal bedragen aan specifieke zorgkosten in aanmerking. Aanvankelijk staat de inspecteur deze aftrek niet toe. Bij uitspraak op bezwaar staat de inspecteur de aftrek deels toe. In geschil is de hoogte van de persoonsgebonden aftrek en de kosten voor onder andere de post kleding- en beddengoed.
De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht de aftrek van specifieke zorgkosten voor kleding- en beddengoed niet toestaat, omdat deze kosten zijn gemaakt voor de echtgenote. Aangezien de echtgenote geen inwoner is van Nederland en niet is aan te merken als een kwalificerend buitenlands belastingplichtige, kwalificeert zij voor de inkomstenbelasting niet als partner. Dit betekent dat de belanghebbende deze kosten niet mag aftrekken als specifieke zorgkosten. Het beroep van belanghebbende is ongegrond.
Lees ook het thema Buitenlandse belastingplicht in de inkomstenbelasting
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 7.8
Wet inkomstenbelasting 2001 1.2
Algemene wet inzake rijksbelastingen 5a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 25 oktober