Hof Den Haag oordeelt dat op de bouw van een ijshal en zwembad door een gemeente de sportvrijstelling van toepassing is. Er kan geen gebruik worden gemaakt van het overgangsrecht.

X is een gemeente en stemt in het eerste kwartaal van 2019 in met de bouw van een ijshal en een zwembad. X stelt recht te hebben op aftrek van voorbelasting op kosten gemaakt in de eerste twee kwartalen van 2019. De inspecteur is van mening dat de sportvrijstelling van toepassing is, en dat X geen gebruik kan maken van het overgangsrecht voor accommodaties waarvan de koop- en aannemingsovereenkomst voor 2019 is gesloten en de bouw voor 2019 is begonnen. X stelt dat geen sprake is van cumulatieve voorwaarden en dat zij het overgangsrecht kan gebruiken, nu aan de eerste voorwaarde is voldaan. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de sportvrijstelling van toepassing is. Het overgangsrecht bestaat uit twee cumulatieve voorwaarden, waaraan X niet voldoet. X kan het overgangsrecht derhalve niet toepassen. Ook kan geen beroep worden gedaan op het vertrouwensbeginsel, nu pas in 2019 een besluit is genomen door de gemeente. Een beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt eveneens. Het hoger beroep is ongegrond.

Lees ook het thema Non profit: vrijgesteld van btw of toch belast?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 24 februari

16

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen