De Staatssecretaris van Financiën heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Leijten (SP) over het rapport ‘mining taxes' van de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO).
Hij stelt dat, nu er geen verdrag geldt tussen Nederland en Mongolië omdat Mongolië dat heeft opgezegd, er geen belastingontwijking kan plaatsvinden door dat verdrag te misbruiken. Indien er een nieuw verdrag in beeld komt is het zijn bedoeling dat Mongolië geen belasting zal mislopen door belastingontwijking via Nederland. Wat hem betreft wordt er dan een effectieve anti-misbruikbepaling opgenomen.
Verder stelt hij dat bij het afsluiten van verdragen met ontwikkelingslanden Nederland rekening probeert te houden met de gerechtvaardigde belangen van die landen. De suggestie dat verlaging van bronbelastingtarieven in dat kader altijd nadelig is voor de ontwikkelingslanden, waarbij een verlies aan belastinginkomsten wordt aangenomen op basis van een vermenigvuldiging van de verlaging van het tarief met de bestaande geldstroom, gaat echter voorbij aan de complexe werkelijkheid. Verlaging van bronheffing leidt vaak tot voorkoming van dubbele belasting en kan daarmee bijdragen aan verhoging van de investeringen en daarmee aan werkgelegenheid, winst, winstbelasting en bronheffingen in dat land.
Hij deelt het oordeel van het IMF dat heronderhandeling een betere weg was geweest dan opzegging van het verdrag door Mongolië. Indertijd zijn er op ambtelijk, diplomatiek en politiek niveau pogingen gedaan om met Mongolië onderhandelingen over een wijzigingsprotocol te starten. Nederland was bereid om een anti-misbruikbepaling overeen te komen en herziening van de afgesproken tarieven van bronheffingen serieus te overwegen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 9 maart