Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën geeft naar aanleiding van Kamervragen van Patijn (GroenLinks-PvdA) een toelichting op de verschillen in de handhaving op schijnzelfstandigheid in 2024, 2025 en de handhaving die er in 2026 gaat komen.

Over 2025 worden in het geheel geen bestuurlijke boetes opgelegd. Dat is ook het geval bij kwaadwillendheid of evidente schijnzelfstandigheid. Het niet beboeten betekent niet dat er geen correctieverplichtingen of naheffingen loonheffingen worden opgelegd. Als de Belastingdienst vaststelt dat sprake is van schijnzelfstandigheid legt de Belastingdienst correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen op, niet verder terug dan 1 januari 2025 tenzij sprake is van kwaadwillendheid of indien een eerder gegeven aanwijzing niet is opgevolgd. Vanaf 1 januari 2026 gelden weer de normale regels voor het opleggen van bestuurlijke boetes.

Verder gaat Van Oostenbruggen in op de geldigheid van lopende modelovereenkomsten. Alle lopende, goedgekeurde modelovereenkomsten worden geëerbiedigd tot eind 2029. Deze modelovereenkomsten moeten wel voldoen aan wet- en regelgeving en jurisprudentie. Als dat niet meer het geval is, trekt de Belastingdienst de betreffende goedkeuring van de modelovereenkomst in. Verder kan de Belastingdienst een goedgekeurde modelovereenkomst intrekken als blijkt dat niet volgens de voorwaarden in de modelovereenkomst gewerkt wordt of kan worden.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Loonbelasting, Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 4 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

28

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen