De Staatssecretaris van Financiën reageert op een brief die de vaste commissie voor Financiën ontvangen heeft van een ex-eigenaar van een vakantiewoning die wat opmerkingen heeft over btw-problematiek.

De Staatssecretaris van Financiën reageert op een brief die de vaste commissie voor Financiën ontvangen heeft van een belastingplichtige die eigenaar is geweest van een vakantiewoning op een vakantiepark.

De briefschrijver is van mening dat er bij de verhuur van slechts één vakantiewoning onvoldoende grond is om ondernemerschap voor de btw te veronderstellen. De staatssecretaris stelt dat het aan de inspecteur is om te bepalen of er sprake is van ondernemerschap. Daarnaast vindt hij dat in algemene zin niettemin gesteld kan worden dat er bij commerciële verhuur van slechts één vakantiewoning sprake zou kunnen zijn van ondernemerschap.

Verder stelt de briefschrijver voor om de kleine ondernemersregeling in de btw af te schaffen. De staatssecretaris is echter, gelet op de functie van de kleine ondernemersregeling, niet van plan om deze regeling af te schaffen. Wel beziet hij in meer algemene zin de mogelijkheid om de huidige regeling verder te vereenvoudigen. Nader onderzoek zal duidelijk maken of daar mogelijkheden toe zijn.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 15 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen