Een taxshift waarbij milieu- en klimaatuitstoot worden belast ten gunste van minder verstorende belastingen op arbeid ziet het kabinet als een economisch verstandig uitgangspunt. Dit schrijft Staatssecretaris van Financiën Van Rij in een brief aan de Eerste Kamer naar aanleiding van de motie-Koffeman (PvdD) V-N 2022/57.11.

Aanleiding voor de motie (V-N 2022/57.11) zijn aanbevelingen van de Ex’tax Project Foundation (hierna: Ex’tax) in een aantal recentelijk door haar gepubliceerde onderzoeken. Ex’tax is een onafhankelijke denktank die onderzoek doet naar de rol van belastingen in de transitie naar de inclusieve circulaire economie met een focus op de taxshift van arbeid naar vervuiling en verbruik van natuurlijke hulpbronnen. Nader onderzoek naar de aanbevelingen van de stichting acht het kabinet niet nodig. Wel verstrekt de staatssecretaris ambtelijke appreciaties en verwijst hij naar eerdere ambtelijke rapporten die zich deels richten op aanbevelingen van Ex’tax.

Het verlagen van lasten op arbeid hoeft uitvoeringstechnisch niet complex te zijn, maar er moet budgettair wel ruimte voor zijn, aldus de staatssecretaris. Een belangrijk aandachtspunt bij de voorgestelde taxshift is mogelijke grondslagerosie bij fiscale prikkels op vervuiling en verbruik van natuurlijke hulpbronnen. Dergelijke prikkels kunnen namelijk leiden tot een afname van de belastingopbrengsten wanneer bedrijven verduurzamen of hun productie (deels) verplaatsen naar een ander land.

Het rapport laat zien dat het mogelijk is de stijging van de lastendruk op arbeid te beperken door verschuivingen in de belastingmix. Gezien de demissionaire status van het kabinet is het aan een volgend kabinet om besluiten te nemen over aanvullende maatregelen.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 25 april

Informatiesoort: VN Vandaag

293

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen