Brief Staatssecretaris van Financiën, 19 mei 2014 DGB/2014/2920 U
De Staatssecretaris van Financiën is van mening dat de Belastingdienst in de kern een professionele en goed functionerende organisatie is maar ook dat het beter kan en moet. Dit deelt hij mede in een brief over de Belastingdienst aan de Tweede Kamer. Hij vindt dat de dienst prima in staat was om te doen wat hij deed maar verder dat hij steeds minder in staat is om te doen wat in de toekomst van hem verwacht wordt. Er moet daarom het e.e.a. veranderen.
De staatssecretaris heeft de indruk dat er sprake is van achterstallig onderhoud in een groot aantal werkprocessen. Daarom gaat hij inzetten op het robuuster maken van de systemen van de Belastingdienst. Om de problemen het hoofd te bieden moet echter ook buiten de dienst naar oplossingen gezocht worden. Zo ziet hij vereenvoudiging van de fiscale regelgeving niet meer als een keuze maar als een voorwaarde voor succes. Hij vindt namelijk een groeiend aantal regelingen dat de Belastingdienst moet uitvoeren, naar praktische maatstaven niet goed uitvoerbaar. Zo slaan regelingen die afzonderlijk al moeilijk uitvoerbaar zijn, neer in een beperkt aantal processen en systemen en leiden zo tot uitvoeringsknelpunten.
De staatssecretaris heeft per direct een samenhangend verbeterprogramma in gang gezet. In de komende jaren zal dat uitgevoerd worden. Hij zet daarbij in op vier sporen, nl. allereerst het verminderen van de complexiteit, verder het robuuster maken van de werkprocessen, op de derde plaats het helder stellen van verwachtingen en het rapporteren van de prestaties en ten slotte het borgen van de veranderingen in de organisatie.
Hij stelt dat de problematiek inzake het functioneren van de Belastingdienst in jaren is ontstaan en niet in dagen zal worden opgelost. Hij spreekt uit dat hij, om de aanpak tot een succes te maken, de steun en medewerking van de Kamer en het kabinet nodig heeft maar zeker ook van de medewerkers van de Belastingdienst.