Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de door X bedongen lijfrente geen verband houdt met de vrijval van de fiscale oudedagsreserve (FOR), zodat de ongelijke behandeling is gerechtvaardigd.
X exploiteert een tennisschool en staakt deze onderneming in 2018. Zijn belastbare winst van € 141.194 bestaat voor € 128.785 uit stakingswinst. Bij de staking realiseert X namelijk boekwinsten op zijn activa. Ondanks dat X een stakingslijfrente bedingt van € 128.785 wordt de aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet vastgesteld op het maximum van € 54.614. In geschil is of het aldus niet in aanmerking nemen van de lijfrente terecht is. Rechtbank Noord-Nederland stelt de inspecteur in het gelijk. X bepleit in hoger beroep een bijdrage-inkomen van € 18.409, conform HR 23 november 2018, 17/03140, V-N 2018/62.5.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de door X bedongen lijfrente geen verband houdt met de vrijval van de fiscale oudedagsreserve (FOR), zodat de ongelijke behandeling is gerechtvaardigd (zie HR 4 februari 2022, 21/01274, V-N 2022/8.4). Het maakt dus niet uit dat in verband met de staking een lijfrente is bedongen. Het beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema Stakingswinst.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.129
Wet inkomstenbelasting 2001 3.128
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 17 mei