De reactie- en rappeltermijn in de brieven van Toeslagen is standaard twee weken. Op basis van onderzoek vindt staatssecretaris Van Huffelen van Financiën – Toeslagen en Douane deze termijn te kort, in verhouding tot het verzoek wat aan de burger wordt gedaan. Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer over de stand van zaken over het herstel van de kinderopvangtoeslag. De bewindsvrouw stelt voor om de reactie- en rappeltermijn in de brieven te verlengen naar standaard drie weken. In alle gevallen geldt dat als de burger eerder reageert vóór het verstrijken van de extra verwerkingstermijn, zijn aanvullende informatie al verwerkt zal worden.
Verder merkt de bewindsvrouw onder meer op dat er geen wettelijke basis is om contactgegevens van ouders met gemeenten te delen. Het wijzigen van deze wettelijke basis is niet op korte termijn mogelijk. Wel werkt de Belastingdienst samen met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en enkele gemeenten aan het vormgeven van een experiment om gegevens van burgers proactief met gemeenten te delen, om zo vroegtijdig passende hulp aan te kunnen bieden. Verwacht wordt dat het experiment kan bijdragen aan het passend hulpaanbod van gedupeerde toeslagouders. Het is de bedoeling dat dit experiment in het eerste kwartaal van 2021 zal starten.
[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 15 oktober