Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de naheffing terecht is, maar matigt de verzuimboete wegens de 'menselijke maat' tot 50%. Op grond van art. 6 EVRM moet namelijk rekening worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden.
X is houder van een Volkswagen Touareg, waarvan het kenteken tot 26 augustus 2019 is geschorst. Op 1 juni 2019 wordt de auto uit de stalling gehaald, omdat X ermee naar Marokko wilde reizen. X heeft een APK laten uitvoeren en de auto is opnieuw verzekerd. Op 5 juli 2019 wordt geconstateerd dat met de auto gebruik wordt gemaakt van de openbare weg. In geschil is de MRB-naheffingsaanslag over 13 september 2018 tot en met 17 augustus 2019, alsmede de 100% verzuimboete van € 2537.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de naheffing terecht is, maar matigt de boete wegens de 'menselijke maat' tot 50%. Op grond van art. 6 EVRM moet namelijk rekening worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden. Een boete bij een eerste verzuim die meer is dan 100% van het maandinkomen is niet passend en geboden. Het standpunt van de inspecteur dat geen sprake is van een inkomen op bijstandsniveau en dat daarom van matiging geen sprake kan zijn, is niet in overeenstemming met de ‘menselijke maat’. X stelt vergeefs dat hij er vanuit ging dat het stallingsbedrijf de ontschorsing zou regelen en dat zijn echtgenote de Nederlandse taal beter beheerst maar destijds ziek was. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 9 april