Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de door X gestelde roet- en stankoverlast niet kan leiden tot een verlaging van de WOZ-waarde. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

X is eigenaar van een geschakelde woning uit 1978. Zij vindt de WOZ-waarde 2019 van € 241.000 te hoog.

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2022/2285) oordeelt dat de door X gestelde roet- en stankoverlast niet kan leiden tot een verlaging van de WOZ-waarde. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de taxateur van de gemeente deze overlast niet heeft waargenomen, dat de verkoopprijzen van panden in de omgeving geen waardedrukkend effect laten zien en dat het overzicht van X met de dagen waarop zij overlast ervaart dateert van ver na de waardepeildatum. Het feit dat de woning ingeklemd is tussen andere woningen kan evenmin leiden tot een lagere WOZ-waarde, omdat dit nog sterker geldt voor twee referentiewoningen die de heffingsambtenaar heeft gebruikt om de WOZ-waarde te onderbouwen.

Het hof verwerpt ten slotte de klacht van X over de informatieverstrekking in de bezwaarfase. Met de door de heffingsambtenaar overgelegde taxatiekaart en taxatieverslag is de waarde in die fase voldoende gemotiveerd. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 19 juni

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen