De heer X vervaardigt en verkoopt betonnen tuinbeelden. Naast winst uit onderneming heeft X in het verleden ook enkele jaren een aanvullende uitkering van de Sociale Dienst gehad. Volgens de inspecteur is X desondanks houder van diverse bankrekeningen bij KB Lux, waar op enig moment een aanzienlijk totaalbedrag op stond. In geschil zijn de diverse navorderingsaanslagen  ib/pvv/vb en de verhogingen/boetes. X is geïdentificeerd door middel van de (unieke) combinatie met de naam van zijn echtgenote.

Hof Leeuwarden oordeelt dat de identificatie van X betrouwbaar is, aangezien X zich niet bij KB Lux in het bijzijn van getuigen heeft willen presenteren als rekeninghouder om de identificatie te ontzenuwen. Op enigszins vage brieven die X wel naar KB Lux heeft gestuurd, is volgens X nooit antwoord gekomen. X stelt vergeefs dat hij het slachtoffer is van identiteitsfaude. De op 31 december 2002 en 31 mei 2003 opgelegde aanslagen zijn voldoende voortvarend vastgesteld. Zo heeft de inspecteur X ruim de tijd gegund om zelf in contact te treden met KB Lux. X maakt niet aannemelijk dat de inspecteur begin 2002 al op de hoogte was van de te corrigeren bedragen. De bewijslast moet worden omgekeerd en de schattingen van de inspectur zijn redelijk. De factor 1,5 die hierin was verwerkt, is inmiddels geëlimineerd. De verhogingen/boetes worden met 5% verlaagd, aangezien de geschatte vermogens 5% hoger zijn dan de zichtbare vermogens. Voorts worden de verhogingen/boetes in verband met de schending van de redelijke termijn verlaagd met 25%. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]