Stichting X (hierna: X) is opgericht in 1983 met als doel een woongemeenschap op te bouwen gebaseerd op een relationele levensbeschouwing en relationele theologie. De woongemeenschap kent drie verschillende soorten bewoners. Dragende leden, bewoners en inwonende gezinsleden. De woongemeenschap bestaat uit 14 appartementen, een gemeenschapshuis en 8 eengezinswoningen. X heeft het economische eigendom van de appartementen en het gemeenschapshuis. X verhuurt de appartementen aan de bewoners, zij ontvangt huur en een vast bedrag voor gas, water en energie. Tevens verleent X aan gemiddeld 12 bewoners zorg. Dit bewonersbestand wijzigt regelmatig. Van gemiddeld 6 bewoners wordt de zorg bekostigd vanuit het PGB. Deze 6 bewoners hebben intensieve psychische en medische zorg nodig. De overige 6 bewoners zijn vluchtelingen of hulpvragers met andersoortige nijpende problematiek. De zorg wordt verleend door de dragende leden. X heeft de jaren 2012 tot en met 2015 met winst afgesloten. De inspecteur legt naar aanleiding van een boekenonderzoek over de jaren 2012 tot en met 2015 navorderingsaanslagen op. In geschil is of de navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X een onderneming drijft en niet kwalificeert voor de subjectieve vrijstelling van art. 5 lid 1 letter c Wet VPB 1969. De rechtbank overweegt hiertoe dat X vanwege het wisselende bewonersbestand deelneemt aan het economische verkeer, dat er door de verhuur en het verrichten van arbeid (zorgverlening) jaarlijks winst wordt behaald en dat slechts de helft van de activiteiten ziet op het verlenen van zorg als bedoeld in art. 5 lid 1 letter c Wet VPB 1969. De navorderingsaanslagen zijn terecht opgelegd. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 2
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 9 maart