Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet aantoont dat de inspecteur de correcties ten onrechte heeft toegepast. X heeft namelijk onvoldoende aangedragen om haar stelling te ondersteunen.

Belanghebbende, X, werkt als zelfstandige in de thuiszorg. Uit een boekenonderzoek blijkt dat X van een van haar cliënten, mevrouw A, diverse bedragen op haar bankrekening heeft ontvangen die zij niet in haar IB-aangiften heeft verantwoord [€ 8.776 (2011), € 47.406 (2012) en € 42.091 (2013)]. De inspecteur legt daarom IB-(navorderings)aanslagen op aan X. X stelt dat zij bepaalde kosten voor A heeft voorgeschoten.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X niet aantoont dat de inspecteur de correcties ten onrechte heeft toegepast. De rechtbank overweegt daarbij dat X onvoldoende heeft aangedragen om haar stelling te ondersteunen. Ook heeft de inspecteur de aanslagen niet tot te hoge bedragen vastgesteld. Uit de stukken blijkt namelijk dat X in de onderhavige jaren bedragen van in totaal € 35.641 (2011), € 53.406 (2012) en € 44.841 (2013) van A heeft ontvangen. De rechtbank handhaaft de (navorderings)aanslagen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 2 januari

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen