X komt in beroep en hoger beroep tegen een WOZ-beschikking 2019. X stelt dat het hoger beroep sowieso gegrond is omdat de gemeente in bezwaar te weinig informatie heeft verschaft.
Hof ’s-Hertogenbosch acht het in strijd met de goede procesorde dat een professionele gemachtigde pas in beroep erover klaagt dat de gemeente in bezwaar te weinig WOZ-informatie heeft verstrekt. In de bezwaarfase zijn werkafspraken tussen het kantoor van de gemachtigde en de heffingsambtenaar gemaakt ter voorkoming van ‘onnodige’ beroepszaken. De heffingsambtenaar heeft in bezwaar niet de gevraagde KOUDV- en liggingsfactoren van de vergelijkingsobjecten verstrekt. Als de gemachtigde op de hoorzitting niet opnieuw aanvoert dat hij informatie mist door het niet toesturen van bepaalde gevraagde stukken, mag in beginsel worden aangenomen dat hij die stukken kennelijk niet (meer) nodig heeft. Het vervolgens (pas) in de beroepsfase wijzen op een schending van art. 7:4 Awb en/of art. 40 Wet WOZ wordt dan beschouwd als een schending van de goede procesorde. Het hof komt vanwege schending van de procesorde niet toe aan de vraag of art. 7:4 Awb en/of art. 40 Wet WOZ is geschonden. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:4
Wet waardering onroerende zaken 40
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 30 maart