Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente Nijkerk bij de WOZ-waardering onvoldoende rekening heeft gehouden met de structurele verliesgevendheid van de zuivelfabriek van X bv. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X bv, is eigenaar en tevens gebruiker van een onroerende zaak die in gebruik is als zuivelfabriek. In geschil is de WOZ-waarde 2012 die door de gemeente Nijkerk is bepaald op € 20.971.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK II, 23 september 2014, 13/01272, V-N Vandaag 2014/1976) oordeelt dat de gemeente Nijkerk bij de WOZ-waardering onvoldoende rekening heeft gehouden met de structurele verliesgevendheid van de zuivelfabriek van X bv. De heffingsambtenaar heeft enkel een correctie van 29,7% aangebracht in verband met economische veroudering. Deze correctie heeft te maken met de onderbezetting van de fabriek. Met de structurele verliesgevendheid is geen rekening gehouden. Dit had wel gemoeten, gelet op art. 4 lid 4 van de Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet WOZ (bedrijfswaarde). Het hof verwerpt behalve de gemeentelijke taxatie ook de berekening van X bv en stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 16 mln. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17 lid 3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 24 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen