Advocaat-generaal Kokott concludeert dat de subsidie die P S.A. ontvangt geen tegenprestatie vormt voor een dienst aan het betalende territoriale overheidslichaam. Deze vergoeding achteraf, voor financiële verliezen, wordt namelijk beperkt bij een EU-verordening.

Het Poolse P S.A. wil, als exploitant, openbaar personenvervoer aanbieden in samenwerking met territoriale overheidslichamen. Zij zal daarbij onder andere inkomsten verwerven door het verkopen van vervoerbewijzen. Om de gevolgen van een negatief resultaat te ondervangen zou dan met de organisator een overeenkomst worden gesloten op grond waarvan P S.A. een subsidie zou ontvangen. P S.A. wil van de fiscus weten of deze subsidie aan de BTW-heffing is onderworpen. Volgens P S.A. is dat niet het geval omdat de subsidie niet rechtstreeks van invloed is op de prijs van de verrichte vervoerdiensten. De fiscus is het daar niet mee eens. De Poolse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.

Advocaat-generaal Kokott concludeert dat de subsidie die P S.A. ontvangt geen tegenprestatie vormt voor een dienst aan het betalende territoriale overheidslichaam. Deze vergoeding achteraf, voor financiële verliezen, wordt namelijk beperkt bij een EU-verordening en wordt niet bepaald op basis van het aantal gebruikers maar op basis van het aantal forfaitair aangeboden voertuigkilometers. Verder vormt deze subsidie ook geen tegenprestatie van een derde ten gunste van de concrete gebruikers van het lokale openbaar vervoer. De subsidie heeft namelijk geen rechtstreekse, maar hooguit een indirecte invloed, op de berekening van de prijzen door de gesubsidieerde onderneming.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Omzetbelasting, Europees belastingrecht

Editie: 17 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

23

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen