Belanghebbende, X, exploiteert samen met zijn echtgenote en zoon in maatschapsverband een melkveehouderij. X bepleit ten laste van de winst afwaardering van de landbouwgronden naar lagere bedrijfswaarde in verband met het vestigen van een kwalitatieve verplichting (omzetting van landbouwgrond in natuurterrein). X heeft een subsidie functieverandering ontvangen en claimt hiervoor in zijn aangifte ib/pvv een objectieve vrijstelling.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden wordt de subsidie functieverandering, geregeld in de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap, verstrekt ter compensatie van de waardedaling van (landbouw)grond door het blijvend omzetten van landbouwgrond in natuurterrein. Dit betekent dat de door X ontvangen subsidie dient te worden aangemerkt als een vergoeding voor de waardedaling van de gronden en onlosmakelijk is verbonden met de gronden. Bij de berekening van de winst dient daarom rekening te worden gehouden met deze subsidie. Enerzijds kan de waardevermindering van de gronden worden afgeboekt op de boekwaarde van de gronden, maar anderzijds dient de daar tegenover staande vergoeding (de subsidie) gelijktijdig te worden beschouwd als een realisatie van dezelfde boekwaarde. Dit betekent dat per saldo geen waardevermindering in aanmerking kan worden genomen. Het beroep van X op het vertrouwensbeginsel slaagt niet. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.13 lid 1
Wet inkomstenbelasting 2001 3.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 21 maart