Hof Amsterdam oordeelt dat de gemeente aan de eigenaar van de Beverwijkse Bazaar ten onrechte een aanslag vermakelijkhedenretributie heeft opgelegd.

X bv is eigenaar van de Beverwijkse Bazaar, een hallencomplex waarin een grotendeels overdekt winkelcentrum wordt geëxploiteerd. In de weekenden is dit winkelcentrum opengesteld voor publiek. X bv exploiteert het vastgoed via verhuur aan derden van winkel- en horecaruimten. In geschil is de aanslag vermakelijkhedenretributie. De heffingsambtenaar wijst erop dat de activiteiten van X bv niet alleen bestaan uit het verhuren van kramen, winkelruimte en grondplaatsen. Er vinden regelmatig optredens plaats en er worden activiteiten voor kinderen georganiseerd.

Hof Amsterdam oordeelt dat de gemeente aan de eigenaar van de Beverwijkse Bazaar ten onrechte een aanslag vermakelijkhedenretributie heeft opgelegd. Het hof komt tot de conclusie dat de Bazaar niet aangemerkt kan worden als een vermakelijkheid. De rechtbank oordeelde hier anders over. De heffingsambtenaar heeft gewezen op de vele activiteiten (onder andere optredens van zangers) die door X bv georganiseerd worden en die van de Bazaar een vermakelijkheid zouden maken. X bv stelt in reactie onder meer dat veel activiteiten niet door haar maar door de huurders zelf zijn georganiseerd. Het hof concludeert dat niet aannemelijk is dat X bv in 2016 zodanige activiteiten organiseerde dat op grond daarvan De Bazaar als vermakelijkheid aangemerkt kan worden. Het hof vernietigt de aanslag vermakelijkhedenretributie van € 217.160,06

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 30 oktober

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen