Hof Amsterdam stelt vast dat X in 2015 niet verzekerd was voor de volksverzekeringen. Zij heeft dan ook geen recht op de premiedelen van de gecombineerde heffingskorting. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a Wet RO).

Hof Den Haag oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek van partneralimentatie. De betalingen zijn naar hun aard namelijk niet gedaan op grond van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting. Ook zijn zij anderszins niet in rechte vorderbaar. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a Wet RO).

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de aanmaningskosten en kosten van de dwangbevelen terecht in rekening heeft gebracht. X heeft weliswaar bedragen aan belasting betaald nadat de aanslagen zijn opgelegd, maar deze zijn afgeboekt op oudere aanslagen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat X niet aannemelijk maakt dat in het economische verkeer een lager loon gebruikelijk is. De afroommethode kan niet worden toegepast, omdat X met een zakenpartner in de werk-bv samenwerkt. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO). X verzoekt om herziening. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a Wet RO).

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de BTW-vrijstelling voor medische diensten ook van toepassing is op de managementactiviteiten die door X worden verricht. Bij deze managementactiviteiten gaat het met name om handelingen die X verricht om kwalitatief en veilig medisch specialistische zorg te leveren.

De strafkamer van de Hoge Raad bevestigt dat de notariële afrekening met de door de verkoper verschuldigde BTW, die door de heer X voor akkoord is ondertekend, als ‘eigen’ verkoopfactuur van zijn bv is aan te merken, zodat de verschuldigdheid van de BTW reeds daaruit voortvloeide.

A-G Niessen is van mening dat de BRP-inschrijvingseis bij de kamerverhuurvrijstelling – gelet op de duidelijke wettekst – niet zomaar gepasseerd kan worden. Bovendien wordt uit de wetshistorie afgeleid dat de inschrijvingseis van de huurder niet alleen een formele eis is.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de erfgename als rechtsopvolgster van haar moeder gerechtigd is de bezwaar- en beroepsprocedure voort te zetten.

Hof ’s-Hertogenbosch onderschrijft het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de beroepen van X niet-ontvankelijk zijn. X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 en heeft niet om een individuele uitspraak op bezwaar gevraagd.

Hof Amsterdam oordeelt dat het door X cv ingediende ingebrekestellingsformulier niet voldoende duidelijk een ingebrekestelling betreft wegens het niet-tijdig doen van een uitspraak op bezwaar over de kostenbeschikking. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Op korte termijn neemt het kabinet maatregelen om hoge terugvorderingen van toeslagen te voorkomen. Dit staat in een brief van staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën aan de Tweede Kamer waarin vier maatregelen worden gemeld, waarvan er drie lopen.

Het Besluit gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden geeft een nadere invulling aan de gegevensverwerking en de waarborgen van de Wet gegevensbescherming door samenwerkingsverbanden (V-N 2024/33.17) (hierna: WGS). Ook bepaalt dit besluit dat de WGS per 1 maart 2025 in werking treedt.