Rechtbank Den Haag oordeelt dat uitputtend is geregeld in welke uitzonderingsgevallen het bezitsvereiste wordt genuanceerd. De 51%-verkrijging krachtens erfrecht door de moeder van X binnen vijf jaar voorafgaand aan de schenking valt hier niet onder.

X krijgt in 2020 een schenking van haar moeder, bestaande uit een 100%-belang in een BV. X doet een beroep op de SW-bedrijfsopvolgingsregeling. Volgens de inspecteur voldoet de moeder voor slechts 49% aan het bezitsvereiste. De overige 51% behoorde namelijk eerst toe aan de vader van X, die in 2017 is overleden. Dit belang heeft de moeder dus niet vijf jaar in haar bezit gehad. In geschil is de aanslag schenkbelasting van € 9.228.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat uitputtend is geregeld in welke uitzonderingsgevallen het bezitsvereiste wordt genuanceerd. Dit geldt onder meer bij overgang onder algemene titel krachtens fusie, huwelijksvermogensrecht en als de erflater het door hem nagelaten ondernemingsvermogen binnen een jaar voor zijn overlijden krachtens erfrecht of schenking heeft verkregen. De verkrijging krachtens erfrecht door de moeder binnen vijf jaar voorafgaand aan de schenking valt hier niet onder. De bezitsperiode van haar moeder kan dus niet overgaan op haar moeder. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 35c

Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting 9

Successiewet 1956 35b

Successiewet 1956 35d

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Editie: 24 december

Informatiesoort: VN Vandaag

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen