Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een heffing van afvalstoffenheffing naar een meerpersoonstarief op gespannen voet staat met het evenredigheidsbeginsel indien nagenoeg het gehele jaar sprake is van een eenpersoonshuishouden.

X woont op 1 januari 2021 samen met haar zoon in een woning. De aanslag afvalstoffenheffing wordt opgelegd naar een meerpersoonshuishouden (€ 412,20). Na de verhuizing van de zoon woont X nagenoeg het hele jaar alleen in de woning. X maakt bezwaar tegen de hoogte van de aanslag afvalstoffenheffing, maar de heffingsambtenaar ziet gelet op de tekst van de verordening geen ruimte om de aanslag te verminderen naar het tarief voor een éénpersoonshuishouden (€ 270).

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een heffing van afvalstoffenheffing naar een meerpersoonstarief op gespannen voet staat met het evenredigheidsbeginsel indien nagenoeg het gehele jaar sprake is van een eenpersoonshuishouden. De gemeente heeft in haar verordening niet gekozen voor alternatieven die gunstigere zijn voor de betrokken burger (bijvoorbeeld het hanteren van twee peildata of een mogelijkheid van ontheffing). De overgelegde stukken geven geen inzicht in de afwegingen die de gemeenteraad heeft gemaakt bij het opstellen van de verordening. Daarom kan de rechtbank niet beoordelen of sprake is van strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De rechtbank laat op basis van exceptieve toetsing de Verordening afvalstoffenheffing deels buiten toepassing en vermindert de aanslag op basis van het tarief voor een éénpersoonshuishouden.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 9 januari

86

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen