Belanghebbende, X, is een stichting die eigenaar is van een ziekenhuis in de gemeente Amsterdam. In geschil is de WOZ-waarde 2013 van het ziekenhuis.

Hof Amsterdam oordeelt dat de Taxatiewijzer ziekenhuizen niet op de juiste wijze rekening houdt met de werktuigenvrijstellling. Het ligt volgens het hof op de weg van de heffingsambtenaar om bewijs te leveren van zijn standpunt dat in de door hem bij de waardevaststelling gebruikte kengetallen niet mede de waarde is begrepen van vrijgestelde werktuigen. Dit nu de Taxatiewijzer tot stand is gekomen in opdracht van de VNG, terwijl de gegevens die ten grondslag hebben gelegen aan de berekening van de kengetallen, zijn verzameld en geanalyseerd door het (landelijke) WOZ-datacenter van de VNG. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat in de Taxatiewijzer op de juiste wijze rekening is gehouden met de werktuigenvrijstelling. Het hof overweegt dat de taxatiewijzer geen inzicht biedt in de aard en eigenschappen van de installaties die bij de berekening van de kengetallen in aanmerking zijn genomen. In de taxatiewijzer wordt weliswaar opgemerkt dat voldoende rekening wordt gehouden met de werktuigenvrijstelling, maar deze conclusie wordt nergens onderbouwd. Het hof corrigeert verder de indexatie van de bouwkosten die geen recht doet aan de economische realiteit op de waardepeildatum. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en verlaagt de WOZ-waarde van € 71.113.500 naar € 65.000.000.

[Bron Uitspraak]