Hof Amsterdam oordeelt dat X cv de te betalen LB niet kan verrekenen met een vordering die zij heeft in verband met een toegekende proceskostenvergoeding. Verrekening van een bestuursrechtelijke geldschuld met een bestaande vordering is namelijk alleen mogelijk als daar een wettelijk voorschrift voor bestaat.

Belanghebbende, X cv, moet LB betalen over de maanden april en mei 2012. X cv verrekent de verschuldigde LB echter met vorderingen die B bv en C bv (met X cv verbonden vennootschappen) op de fiscus heeft. De vorderingen betreffen toegekende bedragen aan proceskostenvergoeding en griffierecht. De inspecteur legt LB-naheffingsaanslagen op aan X cv.

Hof Amsterdam oordeelt dat X cv de te betalen LB niet kan verrekenen met een vordering die zij heeft in verband met een toegekende proceskostenvergoeding. Het hof overweegt daarbij dat de op aangifte af te dragen bedragen aan loonheffingen moeten worden gekwalificeerd als bestuursrechtelijke geldschulden, en dat de vorderingen niet als dergelijke bestuursrechtelijke geldschulden kunnen worden aangemerkt. Vervolgens wijst het hof er op dat verrekening van een bestuursrechtelijke geldschuld met een bestaande vordering alleen mogelijk is als daar een wettelijk voorschrift voor bestaat. Volgens het hof is dat niet het geval.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:85 + 4:93

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 22 mei

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen