Belanghebbende, de heer X, huurt een woning waar hij met zijn echtgenote en kind verblijft. Op 15 februari 2011 is daar een hennepkwekerij aangetroffen met 212 planten. X is hiervoor strafrechtelijk veroordeeld, waarbij de ontnemingsvordering, uitgaande van één geslaagde oogst, is vastgesteld op € 13.384. In geschil is of X in 2010 en 2011 inkomsten uit hennepteelt heeft genoten en of de vergrijpboetes terecht zijn opgelegd.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat gelet op de grootte van de aangetroffen hennepplanten en een gemiddelde kweekcyclus van tien weken het niet aannemelijk is dat X in 2011 heeft geoogst. Met betrekking tot 2010 is wel aannemelijk gemaakt dat er in ieder geval één oogst is geweest en dat X hieruit inkomsten heeft genoten. In het strafrechtelijke en het ontnemingsvonnis wordt namelijk uitgegaan van een exploitatieperiode vanaf 1 oktober 2010. Aangezien de aanslag is gebaseerd op twee oogsten is het beroep van X deels gegrond. De boete voor 2010 wordt verlaagd tot 40%, omdat de aanslag met toepassing van omkering van de bewijslast is vastgesteld.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 16 september