Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur op basis van de normale bewijslastverdeling niet aannemelijk maakt dat X over meer vermogen dan € 1.661.709 beschikt. De enkele verwijzing in het verweerschrift naar de in beslag genomen administratie is zonder nadere duiding onvoldoende.
X is volgens de inspecteur tot oktober 2014 houder van een verzwegen rekening bij de Zwitserse UBS Bank. In 2020 doet de FIOD een inval in zijn woning, waarbij ruim € 1,6 mln contant geld wordt gevonden. Bovendien blijkt uit aantekeningen van X dat hij vanaf 2008 elders over nog een 'geheim' vermogen van € 395.000 beschikt. In geschil is de aanslag over 2018, alsmede de 300% vergrijpboete.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur op basis van de normale bewijslastverdeling niet aannemelijk maakt dat X over meer vermogen dan € 1.661.709 beschikt. De enkele verwijzing in het verweerschrift naar de in beslag genomen administratie is zonder nadere duiding onvoldoende. Er is sprake van (voorwaardelijk) opzet en de inspecteur maakt niet alle strafverzwarende omstandigheden aannemelijk. Daarom is een boete van slechts 150% passend en geboden. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 1 april