Aan de heer X is na de registratie van een ingevoerde auto een BPM-naheffingsaanslag opgelegd. Na bezwaar is deze aanslag vernietigd en is een bezwaarkostenvergoeding toegekend van € 246. Het bezwaar tegen de voldoening op aangifte is wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard, maar ambtshalve is wel een teruggaaf verleend van € 314. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is de inspecteur rente verschuldigd over de bezwaarkosten- en griffierechtvergoeding als deze niet tijdig worden uitbetaald. Voor beide zaken is voorts een immateriële schadevergoeding toegekend en X krijgt een proceskostenvergoeding. In hoger beroep wordt de gemachtigde van X wegens beledigend taalgebruik van verdere deelname aan de procedure uitgesloten.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat tijdig bezwaar instellen een gerechtvaardige voorwaarde is voor toegang tot de rechter. Dit geldt zowel voor de ambtshalve beslissing als voor de daaraan gekoppelde rentevergoeding. X claimt vergeefs rente voor de naheffingsaanslag. Er was namelijk uitstel van betaling verleend en betaling heeft ook overigens niet plaatsgevonden. De beslissing van de rechtbank dat pas wettelijke rente moet worden vergoed als het betalen van de griffierechtvergoeding niet tijdig plaatsvindt, is terecht. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet inzake rijksbelastingen 65
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 25 juni