Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart het beroep wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. Het beroep is namelijk digitaal op 7 augustus 2023 ingediend, terwijl de zeswekentermijn al op 27 juli 2023 was afgelopen.

X handelt op markten in aardappelen, groente en fruit (AGF). Tot en met 31 juli 2018 is het een eenmanszaak, daarna is de rechtsvorm een BV. X is inmiddels strafrechtelijk veroordeeld wegens BTW-fraude. Uit het vonnis volgt dat opzettelijk geen verplichte administratie is bijgehouden. In geschil zijn de ambtshalve aanslagen in de IB-sfeer over 2018, waarbij de winst is geschat op (uiteindelijk) € 150.000. Volgens Rechtbank Noord-Nederland heeft X niet de vereiste aangifte gedaan en de bewijslast wordt daarom omgekeerd en verzwaard. X toont niet overtuigend aan dat de aanslagen onjuist zijn. De schatting van de inspecteur is redelijk en vermoedelijk zelfs te laag. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart het beroep wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. Het beroep is namelijk digitaal op 7 augustus 2023 ingediend, terwijl de zeswekentermijn al op 27 juli 2023 was afgelopen. X stelt vergeefs dat hij lang heeft getwijfeld of hij wel hoger beroep zou instellen en door een rekenfout meende dat het beroep wel tijdig zou zijn. Twijfel over het al dan niet instellen van het hoger beroep en het maken van een rekenfout kunnen niet leiden tot de conclusie dat sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 25 november

Informatiesoort: VN Vandaag

751

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen