Rechtbank Noord-Holland stelt vast dat het verzetschrift is ingediend buiten de termijn van zes weken en dat X niet heeft gereageerd op de vraag waarom hij het verzetschrift na afloop van de termijn heeft ingediend. Er is dan geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding.
X is het er niet mee eens dat zijn beroep tegen de aan hem opgelegde IB-aanslag 2017 niet-ontvankelijk is verklaard. Hij stelt daarom op 8 juni 2022 verzet in tegen de uitspraak van Rechtbank Noord-Holland van 6 april 2022.
Rechtbank Noord-Holland stelt vast dat het verzetschrift is ingediend buiten de termijn van zes weken en dat X niet heeft gereageerd op de vraag waarom hij het verzetschrift na afloop van de termijn heeft ingediend. Er is dan geen sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank verklaart het verzet tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep van X niet-ontvankelijk.
Lees ook het thema: Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 6:11
Algemene wet inzake rijksbelastingen 6:6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 6 september