Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank voor de proceskosten het hoge tarief per punt had moeten toepassen. Er wordt alsnog een hogere vergoeding vastgesteld op basis van de huidige hoge puntwaarde.
X bv doet twee BPM-maandaangiften voor in totaal acht auto's en gaat vervolgens in bezwaar tegen de voldoeningen. In geschil is primair of in de bezwaarfase de hoorplicht is geschonden. Volgens Rechtbank Noord-Nederland heeft de inspecteur met de vijf uitnodigingen X bv voldoende in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden. Voor één auto kan alsnog een voordeliger tarief worden toegepast. De inspecteur moet de immateriële schade (éénmaal € 500), proceskosten (€ 1465) en griffierecht (in totaal € 720) vergoeden. X bv gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank voor de proceskosten het hoge tarief van € 748 (tarief 2021) per punt had moeten toepassen (zie HR 27 mei 2022, 21/02977, V-N 2022/24.13). Het beroep van X bv is slechts in zoverre gegrond. Er wordt alsnog een hogere vergoeding vastgesteld op basis van de huidige puntwaarde van € 875. Voor de immateriële schade is terecht uitgegaan van samenhangende zaken, ondanks dat het twee afzonderlijke maandaangiften betreft (vgl. HR 17 april 2020, 18/04604, V-N 2020/19.17).
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 16a
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 24 januari
Informatiesoort: VN Vandaag