Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen het niet toekennen van de inkomensafhankelijke combinatiekorting in de aanslag IB/PVV 2015. Als de inspecteur het bezwaar afwijst, stelt X beroep in. Ter zitting laat X weten dat het beroep alleen nog is gericht tegen het te laat beslissen op bezwaar door de inspecteur. Dit moet volgens X leiden tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat het niet tijdig beslissen door de inspecteur niet kan leiden tot vernietiging van de uitspraak op bezwaar. X had de mogelijkheid om de inspecteur in gebreke te stellen om een dwangsom te incasseren of rechtstreeks beroep in te stellen. Van geen van beide mogelijkheden heeft hij echter gebruik gemaakt. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:10