Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het aanslagbiljet uiterlijk 31 december 2010 per post is verzonden. Het bezwaar is dan terecht niet-ontvankelijk verklaard.

Eind 2010 deelt de inspecteur aan D, de gemachtigde van belanghebbende, X, mee dat hij een IB-aanslag 2006 ter behoud van rechten gaat opleggen met dagtekening 31 december 2010. Op 1 maart 2011 maakt D bezwaar tegen de aanslag. De inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. D stelt dat hij pas op 25 februari 2011 kennis heeft genomen van de aanslag, en dat de aanslag niet via het EKA-systeem is ontvangen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het aanslagbiljet uiterlijk 31 december 2010 per post is verzonden. Omdat de aanslag per post is verzonden, kan er volgens het hof ook vanuit worden gegaan dat de bekendmaking heeft plaatsgevonden. Tevens is de adressering volgens het hof in orde, aangezien X het aanslagbiljet heeft ontvangen. Dat het aanslagbiljet niet naar D is verzonden, acht het hof verder niet van belang. Hierbij merkt het hof nog op dat de inspecteur ook zorgvuldig heeft gehandeld, door eind 2010 een brief naar D te sturen met de mededeling dat de aanslag zou worden opgelegd. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen