Belanghebbende, X, verzoekt de inspecteur om de voorlopige aanslag IB/PVV te herzien. De inspecteur legt een tweede voorlopige aanslag op, maar houdt hierin geen rekening met de loonheffing die X in zijn wijzigingsverzoek vermeldt. X maakt bezwaar, waarop de inspecteur een derde voorlopige aanslag oplegt waarin hij wel rekening houdt met de loonheffing. De inspecteur heeft niet beslist op het verzoek van X om een bezwaarkostenvergoeding. X stelt dat hij hier wel recht op heeft en, omdat de inspecteur nog geen beslissing heeft genomen, ook op een dwangsom.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat als de inspecteur op een herzieningsverzoek reageert met een nadere voorlopige aanslag, er tegen die nadere voorlopige aanslag bezwaar openstaat. In dit geval heeft de inspecteur op het verzoek van X om de voorlopige aanslag te herzien, gereageerd door een tweede voorlopige aanslag op te leggen. In de tweede voorlopige aanslag heeft de inspecteur ten onrechte geen rekening gehouden met een bedrag aan loonheffing dat X in het herzieningsverzoek had vermeld. Op basis van de wetsgeschiedenis concludeert de rechtbank dat X tegen de gedeeltelijke afwijzing van het herzieningsverzoek (in de vorm van de tweede voorlopige aanslag) bezwaar kan maken. De inspecteur heeft met een derde voorlopige aanslag op het bezwaar beslist door alsnog rekening te houden met de loonheffing. X heeft recht op een bezwaarkostenvergoeding. Dat de inspecteur niet (tijdig) heeft beslist op het verzoek om een bezwaarkostenvergoeding, betekent echter niet dat X hiervoor ook nog recht heeft op een dwangsom.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 9.5
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Algemene wet bestuursrecht 7:15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 20 juli