Hof Arnhem-Leeuwarden sluit zich volledig aan bij het oordeel van Rechtbank Gelderland dat tegen de beslissing van de ontvanger over verrekening geen bezwaar en beroep openstaat. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
X gaat in bezwaar en beroep tegen een aantal beslissingen van de ontvanger.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2019/19.1.7) sluit zich volledig aan bij het oordeel van Rechtbank Gelderland dat tegen de beslissing van de ontvanger over verrekening geen bezwaar en beroep openstaat. Met betrekking tot verrekeningen kan slechts een vordering bij de burgerlijke rechter worden ingesteld. Voor het verzoek om een dwangsom, dat samenhangt met het besluit tot verrekening, geldt hetzelfde. Verder oordeelt de rechtbank dat de ontvanger het verzoek van X om terugbetaling van onverschuldigd betaalde belasting en premies terecht niet heeft behandeld, omdat een dergelijk verzoek alleen bij de burgerlijke rechter kan worden gedaan. De rechtbank merkt over de door X gewenste verrekening nog het volgende op. X wil een aanslag verrekenen met een vordering waar hij meent recht op te hebben. Zolang die vordering echter nog niet vaststaat en opeisbaar is, is een dergelijke verrekening niet mogelijk. Het gelijk is aan de ontvanger. Het hof overweegt dat X in hoger beroep niets heeft aangevoerd dat tot een ander oordeel kan leiden.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:5 lid 1
Algemene wet bestuursrecht 7:1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Invordering
Instantie: Hoge Raad
Editie: 1 november