Hof Amsterdam oordeelt dat de ontvanger bevoegd is tot verrekening van terug te geven bedragen met openstaande aanslagen en dat tegen deze verrekening niet kan worden geprocedeerd bij de belastingrechter. Een beslissing tot verrekening betreft geen voor bezwaar vatbare beschikking. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

De ontvanger verrekent de aan X toekomende belastingteruggaven en toeslagen met de voor de jaren 2001-2018 openstaande aanslagen. X is het daar niet mee eens. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat bij de belastingrechter geen bezwaar open staat tegen de op grond van art. 24 IW 1990 uitgevoerde verrekening door de ontvanger. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond. De ontvanger heeft X terecht niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar. In hoger beroep voert X aan dat verrekening niet mogelijk is omdat de aanslagen zijn verjaard. Verder is de belastingrechter volgens hem wel bevoegd.

Hof Amsterdam (V-N 2023/58.1.2) oordeelt dat de ontvanger bevoegd is tot verrekening van terug te geven bedragen met openstaande aanslagen en dat tegen deze verrekening niet kan worden geprocedeerd bij de belastingrechter. Tegen een beslissing tot verrekening staat geen bezwaar open omdat geen sprake is van een voor bezwaar vatbare beschikking. De aanslagen zijn volgens het hof ook niet verjaard. Ze staan onherroepelijk vast. De rechtbank heeft dan ook terecht geoordeeld dat X niet kan procederen bij de belastingrechter, alleen had de rechtbank zich volgens het hof onbevoegd moeten verklaren. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 24

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 22 mei

Informatiesoort: VN Vandaag

222

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen