X werkt bij een internationale organisatie en heeft daarom, op grond van art. 39 AWR, recht op vrijstelling van btw en accijns bij de aanschaf van motorbrandstof. Na betaling aan de pomphouder, verzoekt hij de inspecteur om teruggaaf van de btw en accijns. Vanaf 1 december 2012 maakt X gebruik van een Forax Card. Hierbij schiet Forax de kosten voor, en vraagt Forax ook de btw en accijns terug. X verzoekt na 1 december 2012 om teruggaaf van de btw en accijns die hij heeft betaald aan niet bij Forax aangesloten pomphouders. De inspecteur wijst de verzoeken af, en verklaart vervolgens de bezwaren van X niet-ontvankelijk.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat geen beroep openstaat tegen de door de inspecteur, in reactie op de bezwaarschriften van X, genomen beslissingen. De rechtbank overweegt daarbij dat de AWR de inspecteur niet opdraagt om op de verzoeken om teruggaaf van btw en accijns te beslissen bij voor bezwaar vatbare beschikking. Volgens de rechtbank ontberen de op de beschikkingen opgenomen rechtsmiddelverwijzingen namelijk wettelijke grondslag. De beschikkingen zijn dan ook niet voor bezwaar vatbaar.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 39
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 18 juli