A-G IJzerman is primair van mening dat het rechtsmiddelverbod ten aanzien van wrakingsbeslissingen niet van toepassing is op een herzieningsverzoek dat is gericht tegen een wrakingsbeslissing van de Hoge Raad.
Aan X is een MRB-naheffingsaanslag, alsmede een verzuimboete opgelegd. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep is de inspecteur in het gelijk gesteld en X krijgt geen dwangsom. De aanmaningskosten van € 7 zijn inmiddels verlaagd tot nihil, zodat dat hoger beroep volgens het hof niet-ontvankelijk is. In cassatie wraakt X vergeefs (tweemaal) de drie betrokken raadsheren (R.J. Koopman, P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout). Haar cassatieberoepen zijn vervolgens zonder motivering kennelijk ongegrond c.q. niet-ontvankelijk verklaard (art. 80a Wet RO). Die arresten zijn gewezen door de raadsheren R.J. Koopman, P.M.F. van Loon en J.A.R. van Eijsden (zie HR 9 april 2021, 19/01921, V-N 2021/20.24.1 en HR 9 april 2021, 19/01924, V-N 2021/20.24.2). X verzoekt thans om herziening van de eerste wrakingsbeslissingen. In die procedure had zij met name geklaagd over het feit dat die raadsheren haar zaken structureel zonder motivering niet-ontvankelijk verklaren.
Advocaat-Generaal IJzerman is primair van mening dat het rechtsmiddelverbod ten aanzien van wrakingsbeslissingen niet van toepassing is op een herzieningsverzoek dat is gericht tegen een wrakingsbeslissing van de Hoge Raad. Herziening zou in ieder geval mogelijk moeten zijn als wordt voldaan aan de in de jurisprudentie ontwikkelde gronden voor doorbreking van het rechtsmiddelverbod tegen een wrakingsbeslissing, zoals bij het schenden van hoor- en wederhoorplicht in de wrakingsprocedure, als een wrakingsverzoek ten onrechte niet is behandeld en als de wrakingskamer geen meervoudige kamer was. Inhoudelijk zijn er echter ook thans door X geen feiten of omstandigheden gesteld die de persoon van de raadsheren betreffen en een verwijt inhouden over hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid. Dit maakt dat het verzoek om wraking, met doorwerking naar het herzieningsverzoek volgens de A-G weer moet worden afgewezen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 29
Algemene wet bestuursrecht 8:119
Algemene wet bestuursrecht 8:18
Algemene wet bestuursrecht 8:15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 22 december